Le deuxième moyen et le quatrième moyen, en sa première branche, pris de la violation des articles 10, 11, 170 et 172 de la Constitution, et en particulier du pr
incipe de légalité, sont dirigés contre les articles 2 à 5 et 6 du décret attaqué, en ce qu'un ministre reçoit le pouvoir d'accorder
une exemption de l'indemnité SAT, alors que ce pouvoir ne peut être exercé que par l'organe délibérant démocratiquement élu et que les critères d'exemption utilisés sont parti
culièrement vagues, puisque ...[+++] le décret n'a pas fixé préalablement les éléments essentiels de cette exemption.
Het tweede middel en het eerste onderdeel van het vierde middel, afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11, 170 en 172 van de Grondwet, en in het bijzonder het wettigheidsbeginsel, zijn gericht tegen de artikelen 2 tot 5 en 6 van het bestreden decreet, doordat een minister de bevoegdheid krijgt om vrijstelling van de VBS-vergoeding te verlenen, terwijl die bevoegdheid alleen door het democratisch verkozen beraadslagend orgaan zelf kan worden uitgeoefend en de gehanteerde vrijstellingscriteria zeer vaag zijn, aangezien het decreet de essentiële elementen van een dergelijke vrijstelling niet voorafgaandelijk heeft vastgelegd.