Dans la deuxième branche, deuxième sous-branche, elles soutiennent que si la Cour estime qu'avant de dire dro
it, il appartient d'abord à la Cour de justice des Communautés européennes d'apprécier si ce droit destiné au financement des frais généraux de l'I. E.V. peut être interprété comme étant « les coûts que supporte l'autorité compétente au titre des frais administratifs liés à l'exécuti
on des contrôles et inspections » au sens de la directive, une question préjudicielle, libellée dans les termes indiqu
és dans la ...[+++] requête, doit être posée à la Cour de justice.
In het tweede onderdeel, tweede subonderdeel, betogen zij dat, ingeval het Hof van oordeel is dat, alvorens recht te doen, het veeleer aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen toekomt om te beoordelen of het bedoelde recht ter financiering van de algemene kosten van het I. V. K. kan worden begrepen als « de kosten die de bevoegde autoriteit moet maken, in verband met de administratiekosten in het kader van de uitvoering van de controles en keuringen » in de zin van de richtlijn, een prejudiciële vraag, in de bewoordingen aangegeven in het verzoekschrift, aan het Hof van Justitie dient te worden gesteld.