1. Les États membres peuvent, conformément aux paragraphes 2 à 6, autoriser les exploitants d'installations exerçant une des activités énumérées à l'annexe I à mettre en commun des installations relevant de la même activité pour la période visée à l'article 11, paragraphe 1, et/ou la première période de cinq ans visée à l'article 11, paragraphe 2.
1. De lidstaten kunnen de exploitanten van installaties die een van de in bijlage I genoemde activiteiten verrichten, toestaan voor de in artikel 11, lid 1, bedoelde periode en/of de in artikel 11, lid 2, bedoelde eerste periode van vijf jaar een pool van installaties van dezelfde activiteit te vormen overeenkomstig de leden 2 tot en met 6 van onderhavig artikel.