Cet article modifie l'arrêté royal nº 22 du 24 octobre 1934, portant interdiction à certains condamnés et aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités et conférant aux tribunaux de commerce la faculté de prononcer de telles interdictions, afin de permettre qu'une interdiction soit également prononcée à l'égard d'une personne condamnée pour corruption privée sur la base des articles 504bis et 504ter en projet.
Dit artikel wijzigt het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934, waarbij aan bepaalde veroordeelden en aan de gefailleerden verbod wordt opgelegd bepaalde beroepen of werkzaamheden uit te oefenen en waarbij aan de rechtbanken van koophandel de bevoegdheid wordt toegekend dergelijk verbod uit te spreken, teneinde het mogelijk te maken dat een verbod ook uitgesproken wordt ten aanzien van een persoon veroordeeld voor private omkoping overeenkomstig artikel 504bis en 504ter van deze tekst.