Article 1 . Dans l'article 4 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 16 février 2001 relatif aux modalités de
la compensation du déboisement et de la dispense de l'interdiction de déboisement, modifié par les arrêtés des 7 mars 2008 et 5 septembre 2014, il est inséré un nouvel alinéa quatre, rédigé comme suit : « Il peut être dérogé aux exigences de l'alinéa trois s'il est cumulativement satisfait aux conditions suivantes : 1° la compensation forestière est effectuée pour des déboisements tels que décrits à l'article 90bis, § 1 , alinéa premier, 1°, du déc
...[+++]ret forestier ou pour des déboisements précédant le défrichement de minerais de surface ; 2° le boisement compensatoire est effectué sur le terrain faisant l'objet du permis d'urbanisme ; 3° le boisement compensatoire fait explicitement partie de l'objet du permis d'urbanisme».Artikel 1. In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 februari 2001 tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossin
g en ontheffing van het verbod op ontbossing, gewijzigd bij de besluiten van 7 maart 2008 en 5 september 2014, wordt een nieuw vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt: « Een uitzondering op de vereisten in het derde lid is mogelijk, indien cumulatief wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: 1° de boscompensatie wordt uitgevoerd voor ontbossingen zoals beschreven in artikel 90bis, § 1, eerste lid, 1°, van het Bosdecreet of voor ontbossingen voorafgaand aan de ontginning van oppervlakt
...[+++]edelfstoffen; 2° de compenserende bebossing wordt uitgevoerd op het terrein dat voorwerp is van de stedenbouwkundige vergunning; 3° de compenserende bebossing maakt een uitdrukkelijk onderdeel uit van het voorwerp van stedenbouwkundige vergunning».