K. que, d'après la jurisprudence de la Cour de justice, les États disposent d'un pouvoir d'appréciation significatif pour
décider de qui peut voter aux élections parlementaires européennes, mais qu'ils sont néanmoins tenus de respecter les principes généraux du droit
de l'Union et ont l'interdiction de traiter de façon différente des catégories de citoyens de l'Union qui se trouvent dans des situations identiques; que, s'il est vrai qu'il incombe à chaque État membre de définir ses propres conditions régissant l'acquisition et la per
...[+++]te de nationalité, l'État concerné doit toutefois tenir compte du statut de citoyen de l'Union,
K. De lidstaten genieten op grond van de jurisprudentie van het Hof van Justitie weliswaar een aanzienlijke vrijheid om vast te stellen wie bij de verkiezingen voor het Europees Parlement mag stemmen, maar moeten zich toch aan de algemene beginselen van de EU-wetgeving houden en zijn er niet toe gerechtigd verschillende categorieën EU-burgers die zich in dezelfde positie bevinden op discriminerende wijze te behandelen; Zo ook dient elke lidstaat, hoewel hij zijn eigen voorwaarden mag bepalen voor het verwerven of verliezen van de nationaliteit, rekening te houden met de status van burger van de Unie.