3. invite la Commission Prodi à veiller à ce que les dispositions du code de conduite adopté le 17 juillet 1999 soit strictement respecté et avec la plus grande rigueur, en ce qui concerne notamment les déclarations d’intérêts financiers, l’interdiction de percevoir toute somme d’un tiers et les dispositions relatives à leur recrutement dans le secteur privé après cessation de leurs fonctions ;
3. verzoekt de Commissie Prodi ervoor te zorgen dat de bepalingen van de op 17 juli 1999 goedgekeurde Gedragscode, in bijzonder waar het gaat om de verklaring van financiële belangen, het verbod op het aanvaarden van betaling door derde partijen en de bepalingen over het aanvaarden van banen in de particuliere sector na aftreden, strikt en rigoureus worden nageleefd;