Comme exemples d'« opérations pour le prélèvement de crédit » visés dans l'hypothèse reprise au § 3, alinéa 3, 3°, peuvent être cités : les achats de biens ou services dans des points de vente, les achats de biens ou services sur internet, les achats de biens ou services par téléphone, les retraits d'argent aux distributeurs automatiques de billets, les retraits d'argent par téléphone, les retraits d'argent par internet, etc.
Als voorbeelden van « mechanismen voor kredietopneming » bedoeld in de hypothese opgenomen in § 3, derde lid, 3°, kunnen worden genoemd : aankopen van goederen of diensten in verkooppunten, aankopen van goederen of diensten via internet, aankopen van goederen of diensten via telefoon, geldafhaling aan geldautomaten, geldafhaling via telefoon, geldafhaling via internet, enz.