Art. 19. En complément de l'allocation de travail visée aux articles 14 et 17, un employeur peut bénéficier, durant la période d'activation de l'allocation de travail, d'une intervention financière destinée à compenser les coûts de formation visant à développer les compétences du travailleur pour autant qu'il soit employé dans le cadre d'un contrat de travail à durée indéterminée à temps plein et ne dispose pas de diplôme, ou de certificat, supérieur à celui de l'enseignement secondaire inférieur.
Art. 19. Ter aanvulling van de werkuitkering als bedoeld in de artikelen 14 en 17 kan de werkgever financiële steun krijgen om de kosten te dekken van de competentieontwikkeling via opleiding van de werknemer. De steun loopt gedurende de activeringsperiode van de werkuitkering en kan enkel worden toegekend voor zover de werknemer voltijds is aangeworven met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, en ten hoogste over een diploma of een attest van het lager middelbaar onderwijs beschikt.