34. insiste sur le fait que la lutte contre la pauvreté infantile doit se concentrer sur la prévention et l'intervention précoce, plutôt que sur la réaction, et qu'elle devrait se fonder sur le principe directeur de l'accès égal à une éducation de la petite enfance et à des services de garde d'enfants de qualité;
34. benadrukt dat de strijd tegen armoede bij kinderen meer gericht moet zijn op preventie en vroegtijdig ingrijpen dan op hulpmaatregelen, en uit moet gaan van het beginsel van gelijke toegang tot onderwijs- en opvangvoorzieningen van hoge kwaliteit voor kleine kinderen;