Le dessaisissement ne sera possible que si le tribunal de la jeunesse a déjà imposé dans le passé une ou plusieurs mesures au mineur ou si le mineur est poursuivi en raison des infractions graves énumérées à l'article 57bis, § 2, de la loi du 8 avril 1965 et après qu'un examen social et médico-psychologique a été en principe effectué en tenant compte de la personnalité de l'intéressé, de son degré de maturité et de son entourage.
De uithandengeving zal enkel kunnen indien de jeugdrechtbank aan de minderjarige in het verleden al één of meerdere maatregelen heeft opgelegd of wanneer de minderjarige wordt vervolgd wegens de zwaarwichtige misdrijven opgesomd in artikel 57bis, § 2, van de wet van 8 april 1965 en nadat in beginsel een maatschappelijk en medisch-psychologisch onderzoek werd verricht waarbij rekening wordt gehouden met de persoonlijkheid, de maturiteitsgraad en de omgeving van de minderjarige.