Les travaux préparatoires de la loi du 2 février 1994 font état d'une prop
osition de loi, qui sera ultérieurement reprise sous la forme d'u
n amendement et qui traduit très bien la précarité des justifications que l'on croyait pouvoir avancer, en 1965, comme fondement de la limitation de l'accès au dossier : contrairement à ce qu'énonçait le rapport fait à l'époque au nom de la Commission de la justice du Sénat, il semblerait qu'il soit véritablement nécessaire, pour la partie civile et pour les autres personnes qui, par analogie, sera
...[+++]ient visées par l'interdiction, de prendre connaissance, pour les besoins de leur défense, des « pièces concernant la personnalité de l'intéressé et le milieu où il vit ».In de parlementaire voorbereiding van de wet van 2 februari 1994 is gewag gemaakt van een wetsvoorstel, dat later zou worden overgenomen in de vorm van een amendement en waarin zeer duidelijk het precaire karakter tot uiting komt van de verantwoording die men, in 1965, als grondslag voor de beperking van de toegang tot het dossier meende te kunnen aanvoeren : in tegenstelling tot hetgeen in het toentertijd namens de Commissie voor de justitie van de Senaat opgestelde verslag is betoogd, lijkt het voor de burgerlijke partij en voor de andere personen die, naar analogie, door de verbodsbepaling zouden worden getroffen, werkelijk noodzakelijk te zijn kennis te nemen, met het oog op hun verdediging, van de « stukken die betrekking hebben op de persoonli
jkheid van ...[+++] de betrokkene en op het milieu waarin hij leeft ».