Le rapporteur accueille cela positivement, car il est persuadé que l'aide européenne au développement peut encore avoir une valeur ajoutée dans certains pays à revenus moyen, en particulier pour promouvoir et accompagner des réformes permettant de réduire les inégalités (réformes fiscales, mise en place de systèmes de sécurité sociale,...) et, in fine, pour lutter contre la pauvreté.
De rapporteur is hier voorstander van, aangezien hij van mening is dat de Europese ontwikkelingshulp nog een toegevoegde waarde kan betekenen in sommige middeninkomenslanden, in het bijzonder voor de bevordering en begeleiding van hervormingen van de regelgeving waarmee ongelijkheden kunnen worden tegengegaan (fiscale hervormingen, invoering van socialezekerheidsstelsels enz.) en, uiteindelijk, om de armoede de bestrijden.