50. considère l'accord politique du 17 juin 2002 sur l'obtention d'un mandat de négociation en vue d'un accord commercial et de
coopération avec l'Iran comme un signe important d'une volonté de réforme dans ce pays; réaffirme qu'un futur accord commercial et de coop
ération avec l'Iran devra impérativement contenir une clause substantielle relative aux droits de l'homme et accorde une grande importance aux accords séparés sur un dialogue politique portant notamment sur les droits de l'homme, la politique étrangère et de sécurité, les
...[+++]armes de destruction massive et la prolifération des armes nucléaires et sur la coopération dans la lutte contre le terrorisme ainsi qu'à l'inclusion de ces accords dans l'accord à conclure; demande au Conseil et à la Commission de veiller scrupuleusement à l'application de ces accords et d'en faire rapport régulièrement au PE; 50. beschouwt het politieke akkoord van 17 juni 2002 over de toekenning van een onderhandelingsmandaat voor een handels- en samenwerki
ngsovereenkomst met Iran als een belangrijk signaal voor de hervormingsgezinde stromingen in dit land; onderstreept nogmaals dat een toekomstige handels- en samenwerkingsovereenkomst met Iran een substantiële mensenrechtenclausule als essentieel element moet omvatten, en hecht grote waarde aan de specifieke afspraken over een politieke dialoog die onder meer mensenrechtenkwesties, buitenlands en veiligheidsbeleid, massavernietigingswapens en de proliferatie van kernwapens betreft en aan de samenwerking bi
...[+++]j de bestrijding van het terrorisme, alsmede aan de opname van deze afspraken in de te sluiten overeenkomst; verzoekt de Raad en de Commissie deze afspraken nauwkeurig op naleving te screenen en daarover aan het EP geregeld verslag uit te brengen;