L'employeur doit verser, pour les troisième et quatrième trimestres 2003, une cotisation de 0,20 p.c. et, pour chaque trimestre 2004, une cotisation de 0,10 p.c. calculée sur la base des rémunérations brutes versées aux travailleurs et déclarés à l'Office national de Sécurité sociale, au fonds de sécurité d'existence visé à l'article
1, dont les moyens financier forment un fonds qui doit perm
ettre de réaliser l'objectif fixé par la convention collective de travail d
u 12 septembre 2003 visant ...[+++] à promouvoir la formation et la mise au travail des groupes à risque parmi les travailleurs.
De werkgever moet voor het derde en vierde kwartaal in 2003 een bijdrage storten van 0,20 pct. en voor elk kwartaal van 2004 een bijdrage storten van 0,10 pct. berekend op basis van de brutolonen betaald aan de werknemers zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, aan het in artikel 1 vermelde fonds voor bestaanszekerheid, waarvan de financiële middelen een fonds vormen, dat het mogelijk moet maken de doelstelling vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2003 ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers, te bereiken.