« les choses visées aux 1º, 2º, 3º et 4º du présent article constituent l'objet des infractions couvertes par ces dispositions, au sens de l'article 42, 1º, et seront confisquées, même si la propriété n'en appartient pas au condamné, sans que cette confiscation puisse cependant porter préjudice aux droits des tiers sur les biens susceptibles de faire l'objet de la confiscation ».
« de zaken bedoeld in 1º, 2º, 3º en 4º van dit artikel (...) het voorwerp (uitmaken) van de misdrijven die gedekt worden door deze bepalingen, in de zin van artikel 42, 1º, en zij (...) verbeurdverklaard (worden), ook indien zij geen eigendom zijn van de veroordeelde, zonder dat deze verbeurdverklaring nochtans de rechten van derden op de goederen die het voorwerp kunnen uitmaken van de verbeurdverklaring, schaadt ».