Lorsqu'au cours de l'enquête pénale d'exécution, il existe des indices sérieux que le condamné ou le tiers visé à l'article 464/1, § 3, du Code d'ins
truction criminelle veut, en tant que personne morale, soustraire son patrimoine à l'exécution de la condamnation à une confiscation, à une amende ou aux frais de justice sur ce patrimoine, le magistrat EPE peut, si des circonstances particulières le requièrent, o
rdonner les mesures suivantes : (1) la suspension de la procédure de dissolution ou de liquidation de la personne morale; (2)
...[+++]l'interdiction de transactions patrimoniales spécifiques susceptibles d'entraîner l'insolvabilité de la personne morale; (3) le versement d'un cautionnement dont il fixe le montant, sur le compte de l'OCSC, en vue de garantir le respect des mesures qu'il ordonne.Indien er tijdens het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek ernstige aanwijzingen bestaan dat de veroordeelde of de derde bedoeld in artikel 464/1, § 3, va
n het Wetboek van strafvordering als rechtspersoon zijn vermogen wil onttrekken aan de tenuitvoerlegging van de veroordeling tot een verbeurdverklaring, geldboete of de gerechtskosten op dat vermogen, kan de SUO-magistraat de volgende maatregelen gelasten, indien bijzondere omstandigheden dat vergen : (1) de schorsing van de procedure van ontbinding of vereffening van de rechtspersoon; (2) het verbod van specifieke vermogensrechtelijke transacties die tot het onvermogen van de rechtspe
...[+++]rsoon kunnen leiden; (3) de storting van een borgsom op de rekening van het COIV tot een door hem bepaald bedrag, als waarborg voor de inachtneming van de maatregelen die hij gelast.