Dans l'hypothèse où le dossier de demande de permis d'environnement relative à une installation temporaire intègre une évaluation appropriée en application du § 1, alinéa 2, 2°, le dossier de demande est instruit, par l'autorité compétente, selon les modalités procédurales des articles 50 et 51 de l'ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d'environnement, par dérogation à l'article 53 de la même ordonnance.
In het geval het aanvraagdossier voor een milieuvergunning voor een tijdelijke installatie een passende beoordeling omvat in toepassing van § 1, lid 2, 2°, wordt het aanvraagdossier onderzocht, door de bevoegde autoriteit, volgens de proceduremodaliteiten van artikelen 50 en 51 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, in afwijking van artikel 53 van diezelfde ordonnantie.