Art. 40. Le montant visé à l'article 39 couvre les coûts suivants : Pour la personne visée à l'article 35, alinéa 1: 1°
l'inscription pour deux semaines en école de langue accréditée; 2° les frais d'hébergement ou de logeme
nt sur place; 3° l'organisation des visites professionnelles et culturelles; 4° les titres de transport d'un seul aller et retour entre le domicile de la personne et le lieu d'hébergement; 5° les abonnements de transport public souscrits sur place; 6° une assurance couvrant les apprenants pour la responsabilit
...[+++]é civile, les accidents corporels et le rapatriement; 7° une indemnité de séjour d'un montant de maximum vingt-cinq euros par jour; Pour l'encadrant visé à l'article 35, alinéa 2 : 1° les frais d'hébergement ou de logement sur place; 2° l'organisation des visites professionnelles; 3° les titres de transport d'un seul aller et retour entre le domicile de la personne et le lieu d'hébergement; 4° les abonnements de transport public souscrits sur place; 5° les frais encourus pour les tâches d'encadrement et dûment justifiés; 6° une indemnité de séjour, dont le montant est soit fixé forfaitairement, soit calculé sur la base de frais réels et dépenses dûment justifiés.Art. 40. Het in artikel
39 bedoelde bedrag dekt de volgende kosten : Voor de persoon bedoeld in artikel 35, eerste lid : 1° de inschrijving voor twee weken in een geaccrediteerde talenschool; 2° de kosten van huisvesting of logies
ter plaatse; 3° de organisatie van de beroeps- en culturele bezoeken; 4° de vervoerbewijzen van een reis heen en terug tussen de woonplaats van de persoon en de huisvestingsplaats; 5° de abonnementen op het openbaar vervoer waarop ter plaatse is ingetekend; 6° een verzekering die de leerlingen voor de
...[+++]burgerlijke aansprakelijkheid, de lichamelijke ongevallen en de rapatriëring dekt; 7° een verblijfvergoeding van maximum 25 euro per dag; Voor de in artikel 35, tweede lid, bedoelde omkaderingspersoon : 1° de kosten van huisvesting of logies ter plaatse; 2° de organisatie van de beroepsbezoeken; 3° de vervoerbewijzen van een reis heen en terug tussen de woonplaats van de persoon en de huisvestingsplaats; 4° de abonnementen op het openbaar vervoer waarop ter plaatse is ingetekend; 5° de behoorlijk verantwoorde kosten voor de begeleidingstaken; 6° een verblijfvergoeding waarvan het bedrag ofwel forfaitair bepaald wordt, ofwel berekend wordt op basis van de behoorlijk verantwoorde reële kosten en uitgaven.