En ce qu'enfin l'article 2bis de la loi du 24 février 1921 conduirait à des politiques de poursuites divergentes dans le chef du ministère public, ce risque ne trouve sa source dans aucune des dispositions visées par les questions préjudicielles, mais bien dans le principe de l'opportunité des poursuites, qui régit l'organisation des parquets; bien que l'existence d'une base légale audit principe soit contestée, en toute hypothèse celle-ci ne réside-t-elle pas dans les dispositions en cause en l'espèce.
In zoverre artikel 2bis van de wet van 24 februari 1921 ten slotte ertoe zou leiden dat het openbaar ministerie uiteenlopende beleidslijnen inzake vervolging zou toepassen, vindt dat risico zijn oorsprong niet in de in de prejudiciële vragen bedoelde bepalingen maar wel in het beginsel van de opportuniteit van de vervolging, dat van toepassing is op de organisatie van de parketten; hoewel betwist wordt of voor dat beginsel een wettelijke basis bestaat, ligt die hoe dan ook niet in de te dezen in het geding zijnde bepalingen.