Lorsque la personne concernée ne produit pas la preuve de son droit, l'organisme compétent belge doit la demander à l'organisme compétent en Australie, si nécessaire par l'intermédiaire de l'organisme de liaison.
Wanneer de betrokken persoon geen bewijs van het recht op verstrekkingen in natura kan voorleggen, vraagt het Belgische bevoegde orgaan dit aan bij het Australische bevoegde orgaan, indien nodig via het verbindingsorgaan.