Art. R. 307. Sans préjudice des dispositions de l'article R. 305, § 1, les agents de l'administration pouvant justifier d'une compétence technique en matière d'épuration et désignés à cette fin par l'inspecteur général du Département de l'Environnement et de l'Eau de la Direction générale opérationnelle de l'Agriculture, des Ressources naturelles et de l'Environnement sont également habilités à réaliser les opérations de contrôle visées à l'article R. 304, § 1, 1°, sur demande de l'organisme d'assainissement compétent" .
Art. R. 307. Onverminderd de bepalingen van artikel R. 305, § 1, worden de personeelsleden van de administratie die het bewijs kunnen leveren van een technische vaardigheid inzake zuivering en die daartoe aangewezen zijn door de inspecteur-generaal van het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu op verzoek van het bevoegde saneringsorgaan eveneens gemachtigd tot de uitvoering van de controlehandelingen bedoeld in artikel R. 304, § 1, 1°" .