Elles portent la responsabilité objective de transmettre et de préserver des « choses communes » aux générations à venir fondées sur un concept élargi d'humanité dont on peut retrouver les premières formulations philosophiques chez Kant pour lequel ce concept contenait déjà les notions de sentiment de bienveillance, de communauté humaine et de nature humaine (F. Ost, op. cit., p. 275 et suivantes).
Ze dragen de objectieve verantwoordelijkheid om een « gemeenschappelijk goed » te vrijwaren en door te geven aan de komende generaties die hun plaats moeten krijgen in een ruimer opgevat begrip « mensheid », zoals het een eerste maal wijsgerig werd verwoord door Kant, voor wie dat concept reeds noties als altruïsme, menselijke samenhorigheid en menselijke zijnswijze in zich sloot (F. Ost, op. cit., blz. 275 en volgende).