Art. 13. L'indemnité complémentaire prévue à l'article 4, q
ui est accordée aux ouvriers et ouvrières qui travaillent involontairement à temps partiel conformément à l'article 29 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991, sera calculée par rapport au salaire gagné pa
r un ouvrier ou une ouvrière à temps plein et non par rapport au salaire de l'emploi à temps partiel, pour autant que l'ou
vrier ou l'ouvrière puisse prouver s ...[+++]oit une occupation à temps plein de 5 ans dans le secteur de l'habillement et de la confection pendant une période de 10 ans qui précède l'adhésion au régime de chômage avec compl
ément d'entreprise, soit une ancienneté de 20 ans d'occupation à temps plein dans le secteur de l'habillement et de la confection.
Art. 13. De in artikel 4 bedoelde aanvullende vergoeding, die toegekend wordt aan de arbeid(st)ers die onvrijwillig deeltijds werken overeenkomstig artikel 29 van het koninklijk besluit van 25 november 1991, zal berekend worden overeenkomstig het loon verdiend door een voltijdse arbeid(st)er en niet overeenkomstig het loon van de deeltijdse t
ewerkstelling, voor zover de arbeid(st)er hetzij een voltijdse tewerkstelling van 5 jaar in de kleding- en confectienijverheid bewijst tijdens een periode van 10 jaar die de toetreding tot het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voorafgaat, hetzij in het beroepsverleden 20 jaar voltijdse te
...[+++]werkstelling in de kleding- en confectienijverheid kan bewijzen.