Elle rend tout d'abord compte de l'intensité et des spécificités de la coopération entre les
États membres de l'Union; fondée sur l'objectif de création d'un espace de liberté, de sécurité et de justice (articles 2 et 29 du Traité UE) et sur la confiance mutuelle dans les systèmes nationaux de justice pénale, cette coopération a
u sein de l'Union a atteint un niveau sans précédent, encore accentué par les instruments adoptés depuis la finalisation de la convention comme les décisions-cadre d'harmonisation des incriminations, celle sur
...[+++] le mandat d'arrêt européen (13 juin 2002) ou la décision créant Eurojust (28 février 2002).Allereerst is deze overeenkomst een illustratie van de intensiteit en van de specifieke kenmerken van de samenwerking t
ussen de lidstaten van de Unie, een samenwerking die gegrond is op de doelstelling van de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (zie de artikelen 2 en 29 van het EU-Verdrag) en op het wederzijdse vertrouwen in de nationale strafrechtstelsels. Deze samenwerking heeft binnen de Unie een ongekend niveau bereikt, nog versterkt door de instrumenten die zijn aangenomen sedert de voltooiing van de overeenkomst, bijvoorbeeld de kaderbesluiten inzake harmonisatie van de strafbaarstellingen,
...[+++]het kaderbesluit in verband met het Europees aanhoudingsbevel (13 juni 2002) of de beslissing tot oprichting van Eurojust (28 februari 2002).