Tout comme la proposition précitée, la loi du 22 juin 2005 poursuit trois objectifs essentiels: renforcer les fonds propres des PME (et donc réduire l'endettement qui résulte d'emprunts fiscalement intéressants à court terme), rendre le contexte fiscal belge plus attractif pour les investisseurs étrangers et, surtout, compenser les effets néfastes de l'interdiction européenne de maintenir le statut fiscalement avantageux des centres de coordination après 2010.
Zoals voornoemd voorstel heeft de wet van 22 juni 2005 drie essentiële doelstellingen : de eigen middelen voor KMO's versterken (en dus de schuldopbouw verminderen die het gevolg is van op korte termijn fiscaal aantrekkelijke leningen), België fiscaal aantrekkelijker maken voor buitenlandse investeerders en niet in het minst de nadelige effecten opvangen van het Europees verbod om het fiscaal aantrekkelijk statuut van coördinatiecentra na 2010 te handhaven.