3. Les contreparties centrales n’utilisent les contributions au fonds de défaillance et les autres contributions des membres compensateurs non défaillants qu’après avoir épuisé les contributions du membre compensateur défaillant et, le cas échéant, leurs ressources propres visées à l’article 41, paragraphe 1.
3. Een ctp mag pas gebruik maken van de bijdragen in het wanbetalingsfonds en andere bijdragen van clearingleden die niet in gebreke zijn gebleven als zij de bijdragen van het in gebreke blijvende clearinglid en, voor zover relevant, het in artikel 41, lid 1, vermelde eigen vermogen van de ctp volledig heeft opgebruikt.