À la suite de l’accord du 17 juillet 2001, il lui était encore possible d’émettre, dans le cadre de la protection des droits acquis (Grandfathering) et pendant une période transitoire expirant le 18 juillet 2005, de nouveaux emprunts obligataires garantis au titre de la Gewährträgerhaftung, avec pour échéance ultime le 31 décembre 2015 (5).
Volgens de eerste schikking van 17 juli 2001 mochten in het kader van het behoud van verkregen rechten (het zogenoemde „grandfathering”) gedurende een overgangsperiode die liep tot 18 juli 2005 nog nieuwe obligaties met een looptijd tot 31 december 2015 worden uitgegeven die door de Gewährträgerhaftung werden gedekt (5).