19. souligne dans ce contexte l'importance de l'éducation, et surtout de l'enseignement supérieur, pour le renforcement du potentiel futur de croissance, le relèvement du niveau de qualification et l'augmentation de la mobilité et de l'adaptabilité des citoyens européens; invite les États membres à intensifier leurs efforts visant à rendre les filières pédagogiques en Europe plus attrayantes, plus accessibles et plus concurrentielles;
19. benadrukt in dit verband het belang van onderwijs, met name het tertiair onderwijs, voor de versterking van het toekomstige groeipotentieel en voor de verhoging van het vaardigheidsniveau, de mobiliteit en het aanpassingsvermogen van de Europese burgers; roept de lidstaten op zich sterker in te spannen om de Europese onderwijsstelsels aantrekkelijker, toegankelijker en concurrerender te maken;