Revenant sur la position qu'il avait adoptée sur les régimes matrimoniaux dans la loi du 14 juillet 1976 et l'article 1400.7 du Code civil que cette loi contenait, le législateur a décidé en 1992, sans abroger expressément cet article, que le bénéfice de l'assurance constitue un bien propre de l'époux bénéficiaire même lorsque le souscripteur l'a contractée à son seul profit, que les époux sont communs en biens et que la communauté n'est pas dissoute.
Terugkomend van het standpunt dat hij had ingenomen betreffende de huwelijksvermogensstelsels in de wet van 14 juli 1976 en artikel 1400.7 van het Burgerlijk Wetboek, dat die wet bevatte, heeft de wetgever in 1992, zonder het voormelde artikel uitdrukkelijk op te heffen, beslist dat het voordeel van de verzekering een eigen goed van de begunstigde echtgenoot is, zelfs als de verzekeringnemer die verzekering uitsluitend te zijnen bate heeft afgesloten, er tussen de echtgenoten een gemeenschap van goederen bestaat en de gemeenschap niet is ontbonden.