...nsions
de retraite et de l'équilibre des pyramides des âges
dans les entreprises ; considérant que gouvernements, partenaires sociaux et entreprises devraient anticiper sur cette évolution en insistant par exemple sur le travail à temps partiel, sur l'adaptation des conditions de travail et sur la formation professionnelle tout au long de la vie active ; considérant les actions déjà engagées par les Etats membres dans les présents domaines, notamment pour éliminer les éventuels obstacles à l'emploi des travailleurs âgés ; considérant que certaines pratiques de départ an
...[+++]ticipé ont pu aboutir dans plusieurs Etats membres à une précarisation de la situation des travailleurs âgés indemnisés dans le cadre de régimes divers et évolutifs et ont entraîné une déperdition de savoir-faire dans les entreprises ; que la suppression des systèmes publics de préretraites ne permettrait pas d'endiguer les sorties de plus en plus précoces du marché du travail constatées dans certains Etats membres ; considérant que des formes progressives de cessation d'activité ont été mises en place dans de nombreux Etats membres ; qu'ainsi le passage au travail à temps partiel des travailleurs âgés peut être compensé par des embauches de personnes en difficulté sur le marché de l'emploi et de jeunes travailleurs ; considérant que l'organisation du travail doit prendre en considération les exigences de la productivité ; considérant qu'il importe de tenir compte de la disponibilité des ressources financières, des priorités nationales et des équilibres à l'intérieur des systèmes nationaux ; considérant qu'il convient de tenir compte des spécificités nationales en matière de chômage et de situations démographiques ; considérant que la main-d'oeuvre âgée expérimentée contribue aussi à la nécessaire compétitivité des entreprises, y compris les petites et moyennes entreprises ; considérant la résolution du Parlement européen du 24 février 1994 sur les mesures en faveur des personnes âgées dans la Communauté européenne [2] ; considérant les conclusions du Conseil européen d'Essen des 9/10 décembre 1994, et notamment la conclusion relative à l'emploi, I. SOULIGNENT LES PRINCIPES SUIVANTS : 1. ......rbetering van de werking van de arbeidsmarkt, van de financiering van de pensioenen, alsmede van het evenwicht van de leeftijdsopbouw binnen de bedrijven ; overwegende dat de regeringen, de sociale partners en h
et bedrijfsleven op deze ontwikkeling moeten vooruitlopen door bijvoorbeeld de nadruk te leggen op deeltijdarbeid, op aanpassing van de arbeidsomstandigheden en op beroepsopleiding tijdens het gehele beroepsleven ; gezien de acties die de Lid-Staten op deze gebieden al hebben ondernomen met name om eventuele hinderpalen voor de werkgelegenheid van ouderen weg te werken ; overwegende dat sommige vormen van vervroegde uittredi
...[+++]ng in diverse Lid- Staten hebben geleid tot probleemsituaties voor oudere werknemers die een uitkering ontvangen in het kader van uiteenlopende en zich wijzigende regelingen, en tot een verlies van know-how in de bedrijven ; dat de afschaffing van de overheidsstelsels van vervroegde pensionering de in sommige Lid-Staten geconstateerde steeds vroegere uittreding uit de arbeids- markt niet zal kunnen stoppen ; overwegende dat in vele Lid-Staten stelsels van geleidelijke uittreding zijn ingevoerd ; dat de overstap naar deeltijdarbeid voor oudere werknemers in dergelijke gevallen kan worden gecompenseerd door de aanwerving van kansarme werkzoekenden en jongeren ; overwegende dat bij de organisatie van de arbeid rekening moet worden gehouden met de eisen van produktiviteit ; overwegende dat rekening moet worden gehouden met de beschikbaarheid van de financiële middelen, de nationale prioriteiten en het evenwicht binnen de nationale stelsels ; overwegende dat rekening moet worden gehouden met de specifieke nationale situatie wat betreft werkloosheid en bevolkingsopbouw ; overwegende dat de ervaren oudere werknemer ook bijdraagt tot het noodzakelijke concurrentievermogen van het bedrijf, ook wanneer dit tot het MKB behoort ; gezien de resolutie van het Europees Parlement van 24 februari 1994 over maatregelen ten behoeve van ouderen in de Europese Gemeenschap [2] ; gezien de conclusies van de Europese Raad van Essen van 9/10 december 1994, en met name de conclusie betreffende de werkgelegenheid, I. BENADRUKKEN DE VOLGENDE BEGINSELEN : 1. De demografische ontwikkeling van vergrijzing van de beroepsbevolking heeft reeds geleid tot specifieke nationale maatregelen, maar brengt met zich mee dat er nog grotere inspanningen moeten worden gedaan om de arbeidsomstandigheden en de beroepsopleiding voor werknemers tijdens het tweede deel van hun beroepsleven aan te passen, mede rekening houdend met het concurrentievermogen van de ondernemingen ; 2. oudere werknemers moeten adequaat beloond worden en er m ...