L'autorité de résolution, en tant qu'autorité de résolution au niveau du groupe, peut exempter de l'applic
ation de l'exigence minimale de fonds propres et de dettes éligibles visée à l'article 460, § 2, 1°, une entreprise mère belge dans l
'EEE lorsque : 1° l'établissement de crédit mère dans l'EEE respecte l'exigence minimale de fonds propres et de dette éligible sur une base consolidée; et 2° l'autorité compétente de l'établissement de crédit mère dans l'EEE a totalement exempté cet établissement d
e l'application des ...[+++]exigences individuelles de fonds propres conformément à l'article 7, § 3, du règlement n° 575/2013. § 2.Art. 462. § 1. In haar hoedanigheid van afwikkelingsautoriteit op groepsniveau kan de afwikkelingsautoriteit ontheffing verlenen van de toepassing van het in artikel 460, § 2, 1° bedoelde min
imumvereiste inzake eigen vermogen en in aanmerking komende passiva op een Belgische EER-moederinstelling indien : 1° de EER-moederkredietinstelling op geconsolideerde basis voldoet aan het min
imumvereiste inzake eigen vermogen en in aanmerking komende passiva; en 2° de bevoegde autoriteit van de EER-moederkredietinstelling volledige ontheffing
...[+++] heeft verleend van de toepassing op die instelling van individuele kapitaalvereisten overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Verordening nr. 575/2013. § 2.