1.Les États membres veillent à ce que les entreprises mères ou établissements faisant l'objet d'une surveillance sur une base consolidée conformément aux articles 125 et 126 de la directive 2006/48/CE élaborent et soumettent au superviseur sur une base consolidée un plan de redressement de groupe, comportant un plan de redressement couvrant l'ensemble du groupe, y compris les compagnies visées à l'article 1er, points c) et d), et un plan de redressement pour chaque établissement qui en fait partie.
1.De lidstaten dragen er zorg voor dat moederondernemingen of instellingen waarop krachtens de artikelen 125 en 126 van Richtlijn 2006/48/EG toezicht op geconsolideerde basis wordt uitgeoefend, een groepsherstelplan opstellen dat zowel een herstelplan voor de hele groep, met inbegrip van de in artikel 1, onder c) en d), bedoelde holdings, als een herstelplan voor elke instelling die deel uitmaakt van de groep bevat, en dat zij dit plan bij de consoliderende toezichthouder indienen.