K. considérant qu'en 2020, l'Européen de l'Ouest moyen aura 45 ans, tandis que l'Indien moyen n'en aura que 29; que du fait de l'évolution démographique actuelle, le potentiel de croissance de l'UE devrait décliner à l'horizon 2020; que, au contraire, l'avantage comparatif de l'Inde est un vaste réservoir de travailleurs jeunes, formés, anglophones et bon marché,
K. overwegende dat in 2020 de gemiddelde West-Europeaan 45 jaar oud zal zijn, terwijl de gemiddelde leeftijd in India dan 29 jaar zal bedragen, en dat het groeipotentieel van de EU als gevolg van de huidige demografische ontwikkeling tegen 2020 zal afnemen, terwijl het grote voordeel van India vergelijkenderwijs ligt in een grote populatie jonge, geschoolde, Engelssprekende en goedkope arbeidskrachten,