Celui qui a laissé passer l'occasion de déposer une requête au greffe du tribunal ou de la cour qui a rendu l'arrêt ou le jugement attaqué reçoit une deuxième chance de faire connaître ses moyens, en remettant un mémoire au greffe de la Cour de cassation dans les deux mois à dater du jour où la cause a été inscrite au rôle général de la Cour (article 420bis, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle) et, pour autant que ce délai ne soit pas encore expiré, au moins huit jours avant l'audience (article 420bis, alinéa 1, du Code d'instruction criminelle).
Wie de gelegenheid laat voorbijgaan om een verzoekschrift neer te leggen op de griffie van de rechtbank die, of het hof dat, de bestreden beslissing heeft gewezen, krijgt een tweede kans om zijn middelen ter kennis te brengen, namelijk door een memorie in te dienen op de griffie van het Hof van Cassatie, uiterlijk twee maanden sedert de dag waarop de zaak op de algemene rol van het Hof is ingeschreven (artikel 420bis, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering) en, mocht die termijn nog lopen, ten minste acht dagen vóór de terechtzitting (artikel 420bis, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering).