Le Conseil d'Etat s'interroge sur la cohérence de la démarche qui consiste, d'une manière générale, à harmoniser les différents aspects du statut administratif du personnel opérationnel des zones de secours, qui transparaît de l'ensemble du projet, avec celle, traduite à l'article 210, § 2, rétablissant une assez large part d'autonomie aux dites zones en ce qui concerne un des aspects de ce statut.
De Raad van State vraagt zich af wat de logische samenhang is tussen enerzijds de handelwijze die er in het algemeen in bestaat de verschillende aspecten van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones te harmoniseren, die uit heel het ontwerp blijkt, en anderzijds de handelwijze die uit artikel 210, § 2, naar voren komt en die inzake één van de aspecten van dat statuut aan die zones een vrij ruime autonomie verleent.