En enlevant au ministère public son pouvoir d'app
réciation quant à l'opportunité des poursuites d'une catégorie d'infractions, le législateur introduit une différence de traitement entre deux catégories de citoyens : d'une part, les citoyens qui ont commis une infraction pour laquelle
le ministère public dispose de ce pouvoir d'appréciation et, d'autre part, ceux qui sont auteurs
d'infractions pour lesquelles le législateur impose
...[+++]au ministère public de poursuivre.
Door het openbaar ministerie zijn beoordelingsbevoegdheid te ontnemen met betrekking tot de opportuniteit van het vervolgen van een categorie van misdrijven, voert de wetgever een verschil in behandeling tussen twee categorieën van burgers in : enerzijds, de burgers die een misdrijf hebben begaan waarvoor het openbaar ministerie over die beoordelingsbevoegdheid beschikt en, anderzijds, diegenen die misdrijven hebben begaan waarvoor het openbaar ministerie door de wetgever wordt verplicht te vervolgen.