Dans le même temps, «Chaque institution de l’Union est tenue de lever l’immunité accordée à un fonctionnaire, ou autre agent, dans tous les cas où elle estime que la levée de cette immunité n’est pas contraire aux intérêts de l’Union» (article 18 du protocole)
Tegelijkertijd is “elke instelling van de Gemeenschappen (.) gehouden de aan een ambtenaar of ander personeelslid verleende immuniteit op te heffen in alle gevallen, waarin zulks naar haar mening niet strijdig is met de belangen van de Gemeenschappen” (artikel 18 van het protocol).