La Commission craignait que la concentration telle que notifiée initialement n'entrave la concurrence en faisant disparaître deux concurrents proches et d'importantes forces concurrentielles du marché néerlandais de la vente de gros de chaînes de cinéma premium payantes et en augmentant la puissance d'achat de Liberty Global par rapport aux télédiffuseurs, lui permettant ainsi d'entraver l'innovation dans la fourniture de contenu audiovisuel sur l'internet (les services «over-the-top» ou «OTT»).
De Commissie maakte zich zorgen dat de concentratie - in de oorspronkelijk aangemelde vorm - de concurrentie zou verstoren doordat twee nauwe concurrenten en belangrijke bronnen van concurrentie op de Nederlandse markt voor premium betaalfilmzenders zouden verdwijnen. Bovendien zou de afnemersmacht van Liberty Global tegenover televisiezenders daardoor zo sterk zijn toegenomen dat het bedrijf innovatie in het aanbod van audiovisuele content via Internet (de zogeheten Over-the-Top (OTT)-diensten) kon belemmeren.