Etant donné que le quatrième moyen dans l'affaire n° 4312 est pris de la violation des articles 10, 11 et 19 de la Constitution, en ce que l'article 20 attaqué de la loi anti-racisme, tel qu'il a été inséré par la loi du 10 mai
2007, limiterait la liberté d'expression de manière injustifiée, le moyen, en ce qu'il est pris de la violation des articles 10 et 11
de la Constitution, doit être interprété en ce sens que la catégorie des personne
s dont la liberté d'expression serait vi ...[+++]olée doit être comparée avec la catégorie des personnes dont la liberté d'expression est garantie.
Aangezien het vierde middel in de zaak nr. 4312 is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11 en 19 van de Grondwet, doordat het bestreden artikel 20 van de Antiracismewet, zoals ingevoegd bij de wet van 10 mei 2007, de vrijheid van meningsuiting op onverantwoorde wijze zou beperken, moet het middel, in zoverre het is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin worden begrepen dat de categorie van personen van wie de vrijheid van meningsuiting zou zijn geschonden, moet worden vergeleken met de categorie van personen voor wie de vrijheid van meningsuiting is gewaarborgd.