Les parties requérantes dénoncent le fait que la disposition entreprise - lorsqu'elle précise les cas où un établissement de l'enseignement libre subventionné ne pourrait invoquer la liberté d'organiser l'enseignement pour refuser un élève - utilise des critères à ce point vagues qu'ils entraveraient, dans le chef des parents et des élèves, l'exercice du droit d'accès à l'enseignement de leur choix.
De verzoekende partijen beklagen zich erover dat de bestreden bepaling - in de omschrijving van de gevallen waarin een instelling van het gesubsidieerd vrij onderwijs zich niet zou kunnen beroepen op de vrijheid van inrichting van onderwijs om een leerling te weigeren - criteria aangeeft die dermate vaag zijn dat zij, voor de ouders en de leerlingen, de uitoefening van het recht van toegang tot het onderwijs van hun keuze in de weg zouden staan.