L'article 38 prévoit que le titulaire d'une licence d'exploitation devra préalablement obtenir un avenant à la licence lorsqu'il envisage des modifications aux installations aéroportuaires autorisées qui entraînent une augmentation de la capacité déclarée de ces installations ou qui requièrent la modification d'une condition expresse de la licence.
Artikel 38 bepaalt dat de houder van een exploitatielicentie vooraf een avenant aan de vergunning moet bekomen wanneer hij aan de toegelaten luchthaveninstallaties wijzigingen overweegt die een verhoging van de meegedeelde capaciteit van deze installaties met zich meebrengen of die de wijziging van een uitdrukkelijke voorwaarde van de vergunning vereisen.