La Cour a dit pour droit que « les articles 664, 665 et 692 du Code judiciaire violent les articles 10 et 11, lus ou non en combinaison avec l'article 23, alinéa 3, 2º, de la Constitution et avec l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que, dans le cadre d'une expertise judiciaire décidée en
vue de trancher un litige d'ordre médical portant sur des prestations de sécurité sociale, ils ne permettent pas à un assuré social qui ne dispose pas de moyens financiers suffisants d'obtenir l'assistance judiciaire pour la désignation d'un médecin-conseil
...[+++]et la prise en charge de ses frais et honoraires ».Het Arbitragehof zegt voor recht dat « De artikelen 664, 665 en 692 van het Gerechtelijk Wetboek schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 23, derde lid, 2º, van de Grondwet en met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in zoverre zij in het kader van een gerechtel
ijke expertise waartoe werd beslist om een medisch geschil te beslechten dat betrekking had op socialezekerheidsprestaties, aan een sociaal verzekerde die niet over voldoende financiële middelen beschikt, geen rechtsbijstand toestaan om een adviserend geneesheer aan te wijzen en om zijn kosten en hono
...[+++]raria ten laste te nemen».