Toutefois, en vertu de l'alinéa 2 de l'article 49, lorsque le juge d'instruction prend une mesure de garde, il en donne avis, simultanément et par écrit, au tribunal de la jeunesse, lequel « exerce dès lors ses attributions et statue dans les deux jours ouvrables, conformément aux articles 52ter et 52quater ».
Op grond van het tweede lid van artikel 49 geeft de onderzoeksrechter, wanneer hij een maatregel van bewaring neemt, de jeugdrechtbank hiervan gelijktijdig en schriftelijk bericht, waarbij de laatstgenoemde « alsdan haar bevoegdheden uitoefent en binnen twee werkdagen uitspraak doet, overeenkomstig de artikelen 52ter en 52quater ».