Cette exception permet de se conformer à la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme qui dans l'affaire B. et P. c. Royaume-Uni a considéré que le principe d'examiner les affaires familiales en audiences non publiques était conforme à l'article 6, § 1, de la Convention eu égard au fait que les juridictions anglaises jouissent du pouvoir discrétionnaire de conduire en public les procédures relevant de la
loi sur les enfants lorsqu'elles estiment que les caractéristiques de l'affaire appellent une telle publicité, et le juge ayant l'obligation, lorsque l'une des parties le lui dema
...[+++]nde, d'examiner s'il doit exercer son pouvoir à cet égard.Via deze uitzondering kan men de rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens naleven, dat in de zaak B. en P. vs. het Verenigd Koninkrijk van oordeel was dat het principe om familiezaken te onderzoeken in niet-openbare zittingen in overeenstemming was met artikel 6, § 1, van het Verdrag, gelet op het feit dat de Engelse rechtbanken over de discretionaire bevoegdheid beschikke
n om procedures die vallen onder de wet betreffende de kinderen in het openbaar te voeren wanneer zij van mening zijn dat de zaak door de bijzonderheden ervan een dergelijke openbaarheid vergt, en op het feit dat de rechter, wanneer hij hierom wordt
...[+++]verzocht, verplicht is te onderzoeken of hij zijn bevoegdheid ter zake dient uit te oefenen.