La présence d'une substance interdite ou de ses métabolites ou marqueurs, ou l'usage, la tentative d'usage, la possession, l'administration ou la tentative d'administration d'une substance interdite ou d'une méthode interdite ne sont pas constitutifs de dopage, lorsqu'ils sont compatibles avec les dispositions d'une autorisation d'usage à des fins thérapeutiques, délivrée en conformité avec l'annexe 2 de la Convention de l'UNESCO».
De aanwezigheid van een verboden stof of metabolieten of markers ervan of het gebruik of de poging tot gebruik, het bezit, de toediening of de poging tot toediening van een verboden stof vormen geen dopingpraktijk als ze in overeenstemming zijn met de bepalingen van een toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak, afgeleverd conform bijlage 2 van de UNESCO- Conventie».