Art. 25. § 1. Dans le cas visé à l'article 14, § 2, alinéa 1, lorsque la personne responsable de l'activité n'a pas pris les actions utiles et efficaces requises afin de remédier à la situation ou ne s'est pas conformée à l'injonction du ministre, ce dernier peut, après enquête et audition de la personne responsable de l'activité, suspendre le droit de cette personne à introduire une demande de permis pour une durée maximale de cinq années qui suivent celle durant laquelle le ministre lui notifie sa décision.
Art. 25. § 1. In het geval bedoeld in artikel 14, § 2, eerste lid, wanneer de verantwoordelijke voor de activiteit niet de vereiste doeltreffende en nuttige maatregelen heeft genomen teneinde de situatie te verhelpen of zich niet in regel heeft gesteld met de injuncties van de minister, kan laatstgenoemde na onderzoek en een hoorzitting van de verantwoordelijke voor de activiteit, het recht van deze persoon om een vergunningsaanvraag in te dienen voor een maximale duur van vijf jaar opschorten volgend op de periode tijdens dewelke de minister de verantwoordelijke voor de activiteit van zijn beslissing in kennis stelt.