a) le conjoint du regroupant ou son partenaire non marié engagé dans une relation stable, lorsque la législation ou la pratique en vigueur dans l'État membre concerné traite les couples non mariés de manière comparable aux couples mariés dans le cadre de sa législation sur les étrangers; les enfants mineurs célibataires du regroupant ou de son conjoint, qu'ils soient légitimes, nés hors mariage ou adoptés.
a) de echtgenoot van de gezinshereniger of zijn niet-gehuwde partner met wie een duurzame relatie wordt onderhouden, indien in de wetgeving of de praktijk van de betrokken lidstaat niet-gehuwde en gehuwde paren op een vergelijkbare manier worden behandeld; de minderjarige ongehuwde kinderen van de gezinshereniger of van zijn echtgenoot, zonder dat er verschil in behandeling is tussen kinderen binnen en buiten de echt of geadopteerde kinderen.