L
a Cour doit également examiner si les dispositions mentionnées dans les moyens sont compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le délai de recours n'est pas suspendu au cours des vacances d'été, alors que, selon les articles 91/12, § 2, et 91/13, § 1, alinéa 3, du décret du 18 mai 1999, insérés par l'article 35 du décret du 27 mars 2009, le délai de forclusion de soixante jours dont dispose le Parlement flamand pour déclarer qu'un projet d'aménagement présente un intérêt régional et stratégique ou pour autoriser des dérogations
à des dispositions législatives ...[+++] pour de tels projets est suspendu du 11 juillet jusqu'au quatrième lundi du mois de septembre de l'année civile en question.Het Hof dient tevens na te gaan of de in d
e middelen vermelde bepalingen bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de beroepstermijn niet wordt geschorst tijdens de zomervakantie, terwijl volgens de artikelen 91/12, § 2, en 91/13, § 1, derde lid, van het decreet van 18 mei 1999, zoals ingevoegd bij artikel 35 van het decreet van 27 maart 2009, de vervaltermijn van zestig dagen
waarover het Vlaams Parlement beschikt om te verklaren dat een ruimtelijk project van gewestelijk en strategisch belang is of om voo
...[+++]r dergelijke projecten afwijkingen op wetskrachtige bepalingen toe te staan, wordt geschorst tijdens de periode vanaf 11 juli tot en met de vierde maandag van september van het betrokken kalenderjaar.