Dans un arrêt du 2 mai 1985, la Cour de cassation a qualifié le principe d'égalité des créanciers, défini à l'article 8 de la loi hypothécaire, de « règle fondamentale de l'exécution forcée et plus particulièrement de toute procédure de liquidation collective » (Cour de cassation, 2 mai 1985, T. Not., 1985, 241).
In een arrest van 2 mei 1985 heeft het Hof van Cassatie het beginsel van de gelijkheid van de schuldeisers, zoals omschreven in artikel 8 van de hypotheekwet, aangeduid als een « fundamentele regel inzake de gedwongen tenuitvoerlegging van schuldvorderingen en meer bepaald van elke procedure tot gemeenschappelijke vereffening» (Cass., 2 mei 1985, T. Not., 1985, 241)